In het bijbelboek Leviticus vinden we de door God ingestelde feestdagen en sabbatten, zo lezen we in Leviticus 23 vers 34 de woorden die de Heere tot Mozes sprak: Spreek tot de kinderen Israels, zeggende: Op den vijftienden dag van deze zevende maand zal het feest der loofhutten zeven dagen den Heere zijn.
Onze Schepper zegt in hetzelfde hoofdstuk, waarom dit feest moet worden gevierd, lees maar wat er staat in Leviticus 23: 43; Opdat uw geslachten weten, dat Ik de kinderen Israels in loofhutten heb doen wonen, als Ik hen uit Egypteland uitgevoerd heb; Ik ben de Heere uw God.
Wanneer we de geschiedenis over de uittocht uit Egypte proberen te bevatten, zijn we niet in staat er de grootheid van te doorgronden: Wel wekt het, als het goed is, een diep ontzag in ons op voor de heiligheid van de Schepper van hemel en aarde, en stoppen we ermee om Zijn geboden en inzettingen aan onze laars te lappen!
Bent u al onder de indruk? De uittocht uit Egypte!, hoe de Rode zee wordt gespleten om het volk er dwars doorheen te leiden, en tijdens het verblijf in de woestijn, die veertig jaren duurde, sleten de kleren en de sandalen niet, beschermde de wolk hen tegen de hitte en de vuurkolom tegen de kou, was er manna en kwakkels om te eten, en waren er loofhutten om in te wonen!
Het Loofhuttenfeest is een feest van herinnering, van overvloed en van vooruitzien, zie de tekst in vers 37-38: Dit zijn de gezette tijden des Heeren, dewelke gij zult uitroepen tot heilige samenroepingen, om de Heere vuuroffer, brandoffer en spijsoffer, slachtoffer en drankoffers, elk dagelijks op Zijn dag te offeren. 38) Behalve de sabbatten des Heeren, en behalve uw gave behalve uw geloften en behalve uw vrijwillige offers, dewelke gij den Heere geven zult. Dus niet denken "vandaag is het niet nodig de vastgestelde offers voor de sabbat te brengen", onze Vader zegt: "ook dié zul je aan Mij offeren, want het is Mijn feest!"
U zegt; deze feesten zijn vervallen! Blijkbaar is het u ontgaan wat er in Johannes 7: 1 staat geschreven, namelijk: En na deze wandelende Jezus in Galileá; want Hij wilde in Judeá niet wandelen, omdat de Joden Hem zochten te doden. 2) En het feest der Joden, namelijk de loofhuttenzetting, was nabij. 3) Zo zeiden dan Zijn broeders tot Hem: Vertrek vanhier en gaat heen in Judeá, opdat ook Uw discipelen Uw werken mogen aanschouwen, die Gij doet. 6) Jezus dan zeide tot hen: Mijn tijd is nog niet hier, maar uw tijd is altijd bereid. 10) Maar als Zijn broers opgegaan waren, toen ging Hij ook Zelf op tot het feest, niet openlijk, maar als in het verborgen.
We zie dus dat Jezus naar het loofhuttenfeest gaat, hoe kan het dan dat de feesten niet worden gevierd zoals bevolen? Ook van Paulus lezen we dat hij zich haast, om op tijd in Jeruzalem te zijn, zie Handelingen 18: 21: Maar hij nam afscheid van hen, zeggende: Ik moet ganselijk het toekomende feest in Jeruzalem houden;
Wat hebt u nog meer nodig, of kunnen zelfs Jezus en Paulus u niet overtuigen van de Heiligheid van Zijn woord?
Voor hen die Hem op Zijn woor geloven, geldt wat Jezus in Johannes 14: 2 zegt, namelijk: In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anderszins zo zou ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden.
Wat een toekomst! te wonen bij Hem, het volk Israel woonde tijdens de reis door de woestijn in loofhutten, zij die de juiste weg hebben gewandeld mogen wonen bij Hem in het Nieuwe Jeruzalem.